Deed de Stichting vrienden aan sponsoring van een voetbalclub?
Ja, wel degelijk.
Vanaf 1965 werd er door een aantal jonge spelers, bewoners, gevoetbald op het voetbalveld. De heren (broeders) Eikema en Evers, die veel met de “grote jongens” te maken hadden ( in hun paviljoen en bij hun werk) waren gewoon maar begonnen met te gaan voetballen, omdat de jongens daarom vroegen.
Er werd getraind. Later kwamen er ook wedstrijden, veelal tegen andere instituten ( ‘S Heerenloo-Lozenoord; de Lathmer ).
Maar er kwamen ook andere wedstrijden !.
De Heer Wessels, werkzaam op de universiteit van Wageningen, was een voetbalenthousiast; hij kwam , op de bezoekwoensdagen altijd even bij “de training kijken”.
Hij vertelde over de capaciteiten van “onze jongens”, en… ze werden uitgedaagd door een universiteitsteam. Op naar Wageningen, want het werd eerst een uitwedstrijd. Maar…. Shirtjes hadden we niet (tenminste: niet allemaal hetzelfde shirt…)
De Vrienden sprongen hierin: een echt shirt voor iedereen. Zie de foto’s.
Dus… onze jongens waren hiermee een van de eerste gesponsoorde teams van Apeldoorn !
Nog een persoonlijke (L.Keers) ervaring….
Direct bij mijn aanstelling als bewegingsman werd mij gevraagd om ook “de voetbalclub” te helpen.
Dus, aan mijn collega van de Joseph stichting, een psychiatrische instelling aan de Deventerstraat, gevraagd of zij ook een team hadden en of ze wel eens een wedstrijd speelden.
We dachten, dat we maar eens tegen elkaar moesten spelen.
Zo gezegd, zo gedaan; de Deventerstaat kwam naar de Zutphensestraat.
Al snel bleek, dat we een denkfout hadden gemaakt : de jongens van de deventerstraat speelden echt voetbal, met juiste regels; onze jongens schopten meer tegen een bal, zonder doelgerichtheid. Dat betekende, dat zij snel en veel scoorden, terwijl onze jongens riepen, “dat het niet ging”. Het deventerdoel was veel te ver weg, in ons doel gingen de ballen er veel gemakkelijker in…. Dus je kon beter in de richting van je eigen doel schoppen dan naar verre doel van de deventerstraatjongens.
Dat gebeurde dus ook: bij onze keeper vlogen de ballen er in. Toen raakte de mannen van de deventerstraat in onrust: “ze schoppen de bal in eigen doel” was de opmerking, en daar hadden zij dan weer moeite mee.
We hebben maar één helft gespeeld… beginnersfoutje….